Informatica 1e bachelors Ingenieurswetenschappen

• Werkwijze:

• In groepjes van 2 of 3 studenten kies je een onderwerp. 
• Voor de paasvakantie kom je af met een ontwerp van je project (groepsleden, beoogd einddoel, ruwe schets van de datastructuur, etc.). Na feedback van de prof/assistent kan je er aan beginnen. Hier een voorbeeldje hoe je aan een project begint.
  
• Tijdens de practicasessies na de paasvakantie krijg je tijd om aan je project te werken en assistentie te vragen.
• Halverwege je project beleg je een evaluatiemoment (code review and coaching) met de assistent/prof. Dit is verplicht en je project mag niet af zijn (-5/20 als je dit niet doet)! Dit moment kan eventueel tijdens de één van de oefeningensessies na de paasvakantie vallen. Dit laat ons toe je voortgang te evalueren, je bij te sturen en je einddoelen te stellen.
• Je stuurt ons je code van dat moment in 1 zip-file.
  
• Je geeft je code (projectfolder) af met 1 zip-file en 1 executable jar-file (zie documentatiepagina) waarmee je spel gespeeld kan worden.
  
• Uiteindelijk komen alle studenten hun project mondeling verdedigen. De exacte datum hiervoor wordt nog afgesproken, maar zal voor de zittijd zijn.
  

• Je mag gebruik maken van bestaande code (voorgaande jaren of internet), maar je moet alles melden. Anders wordt aanzien als plagiaat. Voeg best een tekstdocumentje toe waarin je alles opsomt (readme.txt die je in je projectfolder zet).
  

• Evaluatiecriteria:

• Programmatorische complexiteit

• Gebruik onze high score server: https://rapptor.vub.ac.be/gamemanager/: zie documentatiepagina. Dit is een goede oefening in het gebruik van webservers en APIs. Dit telt mee in de finale evaluatie. Na het registreren (aanmaken gebruiker) krijg je de documentatie te zien. De registratiecode heb je gekregen per mail of vraag je aan Jan Lemeire.
• Sla gegevens van de speler op op zijn computer: zie documentatiepagina. Die kan je dan de volgende beurt weer inladen. Zoals zijn naam, level of persoonlijke score.
  

• Correctheid: je programma werkt en doet wat het moet doen
  
• Goed gebruik van Java:
  
• Logische opdeling van code in klassen
• Per klasse de attributen die de eigenschappen van de klasse karakteriseren
  
• Per klasse een aantal methodes die nodig zijn om het beoogde programma te realiseren
  
• Een gepaste hiërarchie van klassen met eventueel één of enkele abstracte moederklasses indien nodig
  
• Gestructureerd programmeren:
• Belangrijk: geen redundantie. Als dezelfde stukjes code terugkeren in je programma, overtreed je de redundantieregel.
  
• Met constanten (keyword final) maak je je code parametriseerbaar. Als steeds dezelfde getallen in je code terugkomen, weet je dat je constanten moet invoeren.
  
• Gebruik enumeraties (keyword enum) om waarden een betekenis te geven. Je code wordt er overzichtelijker door!
• Weerkerende code zet je in een methode waarbij je parameters toevoegt om de verschillen op te vangen. Met andere woorden, als de repetitieve code niet exact hetzelfde is, dan heb je nood aan een geparameteriseerde functie waarbij de parameters aanduiden wat er precies moet gebeuren in de verschillende gevallen.
• 'Properheid' van code:
  • Gebruik van zinvolle namen voor variabelen en functies
  • Logische structuur van code
  • Gebruik van commentaar (documenteer vooral niet-triviale dingen)
• Creativiteit
  
• Mondelinge verdediging
• Bonus voor excellentie, als het ‘af’ is (mooi, goed speelbaar, ...)

            Een paar concrete tips vind je op deze presentatie beschreven.

---

- Back to the top -